|
Je hoeft geen schrijver te zijn om goede teksten te maken.
Maar een paar trucjes van een copywriter helpen wél.
Niet om je tekst ineens “sprankelend” of “verrassend” te maken (dat soort woorden gebruiken we vooral in reclamefolders), maar gewoon om te zorgen dat iemand je tekst uitleest zonder onderweg af te haken.
Hier komen vijf tips die ik zelf dagelijks gebruik.
1. Schrijf eerst alles op, verbeter later pas
De grootste tekstblokkade? Te veel nadenken tijdens het schrijven.
Gooi eerst alles eruit, in alle rommeligheid die erbij hoort.
Pas daarna ga je schaven.
Een copywriter schrijft zelden in één keer iets goeds.
Jij hoeft dat dus ook niet.
2. Korte zinnen zijn je beste vriend
Een zin hoeft niet ingewikkeld om slim te zijn.
Sterker nog: hoe langer de zin, hoe groter de kans dat je lezer onderweg afhaakt en denkt: waar ging dit ook alweer over?
Korte zinnen geven lucht.
Rust.
En het gevoel dat je weet wat je doet.
3. Eén boodschap per alinea
Veel teksten proberen te veel tegelijk te vertellen. Daardoor blijft er uiteindelijk weinig hangen.
Bedenk: wat is dé boodschap van deze alinea?
Als die vraag moeilijk te beantwoorden is, is de alinea waarschijnlijk te vol.
Een copywriter haalt er dan dingen uit.
Jij mag dat ook doen. Het mag echt.
4. Schrijf alsof je het uitlegt aan iemand die je aardig vindt
Niet aan iemand die je indruk wilt maken.
Niet aan een denkbeeldige jury.
Gewoon aan iemand die je kent en waarmee je normaal praat.
Zodra je in dat ritme komt, worden je teksten vanzelf warmer, helderder en vriendelijker.
Dat is vaak precies wat een lezer nodig heeft.
5. Lees je tekst hardop
Ja, echt.
Het klinkt misschien een beetje maf, maar het werkt.
Hardop lezen laat meteen horen waar je struikelt, waar het te lang is, waar het gek klinkt, of waar je ineens een toon aanslaat die totaal niet bij je past.
Een copywriter doet dit ook.
Niet omdat we graag tegen lege kamers praten, maar omdat het helpt.
En nu?
Neem één van deze tips mee de volgende keer dat je iets schrijft.
Niet allemaal tegelijk – dat hoeft niet.
Begin klein. Pas iets toe. Kijk wat het doet.
En als je merkt dat je tekst daarna fijner leest, dan weet je: zo werkt dat dus.
|
